Invloed ouders

Banner_roxanne.png

Auteur: Roxanne Korthals • Vakgebied: Economie

Roxanne_korthals.png

Hoe hebben cognities van ouders invloed op de ontwikkeling van hun kinderen?

Dat de cognities van ouders een positief effect hebben op de cognitieve ontwikkeling van hun kinderen staat binnen de sociale wetenschappen vrijwel vast. Binnen de economie ligt de focus bij het beantwoorden van deze vraag op het onderscheid tussen aanleg en opvoeding. Of wellicht is er een interactie tussen de twee. 

Interpretatie > Cognities worden in dit antwoord geïnterpreteerd als intelligentieniveau. Verder wordt voor de eenvoudigheid de assumptie gemaakt dat mensen met een hoge intelligentie een hoger opleidingsniveau behalen.


Deze vraag is een van de oudste vragen van de sociale wetenschappen. Dat de cognities van ouders een positief effect hebben op de cognitieve ontwikkeling van hun kinderen staat binnen de sociale wetenschappen vrijwel vast. Maar hoe dit effect werkt en hoe groot het is, is onduidelijker.

Nature versus nurture

De grote focus bij deze vraag ligt vooral op het ontrafelen van aanleg (nature) versus opvoeding (nurture). Als we bijvoorbeeld kijken naar het effect van het opleidingsniveau van ouders op uitkomsten van kinderen, dan zijn er drie mogelijke effecten: Ten eerste zouden ouders met een hoger opleidingsniveau, vanwege dit hogere opleidingsniveau beter in staat kunnen zijn positieve uitkomsten voor het kinderen te behalen. Dit kan bijvoorbeeld via opgedane kennis over het onderwijssysteem, of via een uitgebreider netwerk waar het kind gebruik van kan maken als het een stage zoekt, of door te zorgen dat kinderen vroeg naar bed gaan op een doordeweekse dag. Dit zijn effecten die vallen onder nurture. Maar het kan ook zo zijn dat ouders met een hogere intelligentie, ongeacht de opvoeding, deze intelligentie (genetisch) doorgeven aan hun kinderen (nature). Meer recent is de derde optie dominant geworden, namelijk de nature nurture interactie, waarbij ouders met een hoger intelligentieniveau (en waarschijnlijk ook een hoger opleidingsniveau) betere ouders zijn. Dit zou kunnen als ouders met een hoger intelligentieniveau bijvoorbeeld beter afgewogen beslissingen maken voor hun kinderen.

Voorbeelden van economische studies

Eén strategie voor het ontrafelen van nature versus nurture is om gebruik te maken van gegevens van geadopteerde kinderen. De geadopteerde kinderen hebben geen genetische band met hun adoptieouders, en als er toch een invloed is van de adoptie ouders op de kinderen moet dit wel via de opvoeding komen. Terwijl als er een effect is van de biologische ouders (bij wie de geadopteerde kinderen niet zijn opgegroeid) kan dat alleen maar liggen aan het genetische component en aan de omstandigheden tijdens de zwangerschap. Studies met Zweedse adoptiekinderen [1;2] vinden een effect op de uitkomsten van de kinderen voor biologisch én adoptieouders. Dus nature en nurture hebben beide een effect. Het nature effect van ouders op kinderen schatten de onderzoekers tussen de 30 en 80% [2]. 

Een andere strategie is om neefjes en nichtjes te vergelijken met een ouder die eeneiige tweeling zijn, maar een verschillend onderwijsniveau hebben behaald. Genetische gezien hebben de neefjes en nichtjes dus dezelfde ouder, maar qua opleidingsniveau verschillen de ouders wel. Deze studies wijzen naar kleine (positieve) effecten van ouderlijke opleiding, vooral van de opleiding van de vader [2].

Een andere onderzoekslijn kijkt direct naar opleidingsniveau. Zo is er een studie uit Zweden dat kijkt naar of het verhogen van het verplichte aantal jaren onderwijs van ouders van invloed is op uitkomsten van hun kinderen [3]. Zij concluderen dat het gros van het effect komt door de kenmerken van de ouder, en niet door het opleidingsniveau, en dat het effect van de moeder groter is dan voor de vader. Een andere studie vindt soortgelijk resultaat [2].

Non-cognitieve ontwikkeling

Onder de ontwikkeling van een kind verstaan we echter veel meer dan alleen de hierboven besproken cognitieve ontwikkeling. Helaas zijn de effecten van ouders op de niet-cognitieve ontwikkeling van kinderen (bijvoorbeeld op persoonlijkheid of sociaal-emotionele ontwikkeling) is minder onderzocht [4].

 


 

Referenties:
1: Bjorklund, A., M. Lindahl, en E. Plug (2006) The origins of intergenerational associations: lessons from Swedish adoption data. The Quarterly Journal of Economics, 121(3), pp. 999-1028
2: Holmlund, H., M. Lindahl, en E. Plug (2011) The Causal Effect of Parents’ Schooling on Children’s Schooling: A Comparison of Estimation Methods. Journal of Economic Literature, 49(3), pp. 615–651.
3: Black, S., P. Devereux, en K. Salvanes (2005) Why the Apple Doesn’t Fall Far: Understanding Intergenerational Transmission of Human Capital. American Economic Review, 95(1), pp. 437–49.
4: Dohmen, T., A. Falk, David Huffman en U. Sunde (2012). The Intergenerational Transmission of Risk and Trust Attitudes. Review of Economic Studies, 79(2), pp. 645–677.

 

 

 

 


Contactinformatie

Tongersestraat 6
6211 LM Maastricht
Telefoon: +31 43 388 36 20 

Stuur ons een email

Nieuwsbrief

Wil je op de hoogte gehouden worden van onze ontwikkelingen? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief.

Inschrijven

Social

Volg ons op social media.