Gemotiveerde leerlingen

Sjabloon_banner_anne.png
Auteur: Anne Schepers • Vakgebied

Anne_schepers.png

Deze bijdrage bouwt voort op twee van die vragen:
(1) Welke factoren beïnvloeden de motivatie van mensen?
En (2) Hoe houden we jongeren gemotiveerd om goed te presteren?

Motivatie. Die mysterieuze prikkel, die ervoor zorgt dat we iets doen of willen doen. De brandstof van ons handelen. Dat we het interessant vinden om meer te weten over dit thema, blijkt uit de vele motivatie-gerelateerde vragen op de Wetenschapsagenda. 


Interpretatie > In de wetenschap is veel geschreven over motivatie. Vanuit verschillende disciplines worden eigen accenten gelegd. Zo kijken hersenwetenschappers naar wat er in het brein gebeurt, als iemand gemotiveerd is. Psychologen en pedagogen houden zich liever bezig met de vraag hoe je motivatie bij jezelf of anderen kunt stimuleren of juist afremmen. Hoewel deze inzichten elkaar versterken, sluit deze bijdrage het meest aan bij de laatst genoemde stroming.  

De bijdrage gaat uit van een in de wetenschap breed geaccepteerde overtuiging: motivatie is niet een vaste, aangeboren eigenschap, maar komt voort uit iemands ervaringen. Omgeving speelt daarbij een belangrijke rol. (o.a. Crone & Dahl, 2012) Hoewel veel wetenschappers hebben bijgedragen aan het debat over motivatie, zoomt dit stuk in op één van de meeste geciteerde, gebruikte en vertaalde bijdragen: de zelfdeterminatietheorie van Canadese wetenschappers Edward Deci en Richard Ryan. Deze theorie legt niet alleen uit welke factoren motivatie beïnvloeden, maar beschrijft ook welke randvoorwaarden van belang zijn.  
Hoewel inzicht in motivatie belangrijk is in alle aspecten van het leven (op school, op werk, in onze vrije tijd), focust deze bijdrage op motivatie van jongeren in een (middelbare) schoolomgeving. Om recht te doen aan deze keuze, zijn de vragen uit de Wetenschapsagenda aangescherpt naar: (1) Welke factoren beïnvloeden de motivatie van jongeren? En (2) Hoe krijgen/houden we jongeren gemotiveerd?


Welke factoren beïnvloeden motivatie?

Wanneer gesproken wordt over motivatie, wordt vaak een onderscheid gemaakt tussen intrinsiek en extrinsiek. Iemand is intrinsiek gemotiveerd als hij de taak voor zichzelf wil uitvoeren, omdat hij deze leuk of interessant vindt. Iemand is extrinsiek gemotiveerd, wanneer hij iets doet omdat hij een beloning verwacht (‘carrot’) of een straf probeert te voorkomen (‘stick’). In het onderwijs wordt motivatie vaak gezien als een optelsom van beide. Intrinsieke motivatie is ideaal, maar wanneer een leerling niet uit zichzelf gemotiveerd is, hebben we genoeg extrinsieke prikkels achter de hand: rapporten, nablijven, wel/niet overgaan naar het volgende leerjaar. (Deci, Ryan & Koestner, 1999)

In de jaren tachtig ontwikkelen Edward Deci en Richard Ryan hun zelfdeterminatietheorie (self determinination theory) waarin ze uitleggen dat de ideeën over intrinsieke en extrinsieke motivatie te simpel en op sommige aspecten zelfs gevaarlijk zijn. Leerlingen proberen te sturen door ze te controleren of te straffen, beïnvloedt de motivatie op de lange termijn namelijk negatief. Deci en Ryan verlegden de aandacht van intrinsiek/extrinsiek, naar autonoom/gecontroleerd. Het is niet zo relevant of de motivatie van binnen of van buiten ontstaat. Het is belangrijker dat iemand zich volledig bewust is van zijn eigen wil en keuzemogelijkheden. Als je ergens uit eigen beweging voor kiest, dan is er sprake van autonome motivatie. Er is sprake van gecontroleerde motivatie, wanneer iemand controle of druk voelt van iets buiten zichzelf (bijvoorbeeld druk van ouders om goed te presteren op school of participatie in een schoolsysteem waarin de leerling zelf weinig te kiezen heeft). (Deci & Ryan, 2008) 

De zelfdeterminatietheorie gaat ervan uit dat mensen de inherente neiging hebben om nieuwe dingen en uitdagingen op te zoeken, om hun capaciteiten uit te breiden en om te oefenen, onderzoeken en leren. Mensen zijn van nature nieuwsgierig.  Die neiging vraag wel om de juiste omgeving en stimulans. Volgens Deci en Ryan zijn drie randvoorwaarden van belang: mensen willen zich (1) competent, (2) autonoom en (3) verbonden voelen. Pedagoog Luc Stevens vat deze elementen samen als ‘ik kan het’, ‘ik kan het zelf’ en ‘ik hoor erbij’. (Bors & Stevens, 2010) Als aan deze drie randvoorwaarden is voldaan, lijkt voor de meeste mensen het ideale klimaat voor motivatie en inzet te ontstaan. Wanneer er langere tijd geen ruimte is voor één of meerde aspecten, dan ontstaan er motivatieproblemen.

Hoe krijgen/houden we jongeren gemotiveerd?

De uitgangspunten van de zelfdeterminatietheorie kunnen gemakkelijk worden vertaald naar ideeën om jongeren gemotiveerd te krijgen/houden op school. (Nelis & Van Sark, 2014)
 
*Leerlingen die ongemotiveerd lijken, zijn niet ongemotiveerd, maar selectief gemotiveerd. Autonome motivatie voor de dingen die de school van ze vraagt ontbreekt. Het is wijs om interesse te tonen in de zaken waarvan leerlingen wel gemotiveerd raken. Die inzichten kunnen vervolgens worden gebruikt om de lesstof interessanter te maken.

*De schoolomgeving speelt een belangrijke rol in het aanwakkeren/afzwakken van de motivatie van leerlingen. Een school kan ervoor zorgen dat het zo goed mogelijk aan de randvoorwaarden (autonomie, competentie en verbondenheid) voldoet.

Competentie: Om langere tijd gemotiveerd te blijven is het belangrijk dat leerlingen steeds nieuwe dingen leren en ervaringen opdoen. De leerling merkt dat hij beter (competenter) wordt, en dat hij groeit. Dit vraagt om interessante en uitdagende taken.

Autonomie: Leerlingen raken gemotiveerd als ze eigen keuzes mogen maken. Iets doen omdat het moet van of voor iemand anders, onderdrukt de motivatie en belemmert de natuurlijke ontwikkeldrang.

Verbondenheid: Iedereen voelt de behoefte om ergens bij te horen, en om dingen te delen met andere mensen. Leerlingen willen iets bijdragen aan de wereld om zich heen en zich verbonden voelen met anderen. Een veilig schoolklimaat (‘learning community’) en betekenisvolle taken kunnen hieraan bijdragen.

Tip: In het boek Motivatie Binnenstebuiten (Nelis &Van Sark, 2014) worden de zelfdeterminatietheorie en andere inzichten uit de wetenschap helder en overzichtelijk gepresenteerd. Het boek bevat meer tips over hoe jongeren gemotiveerd kunnen raken op school, op werk en in hun vrije tijd.


Referenties:
1: Bors, G., Stevens, L. (2010). De gemotiveerde leerling. Uitgeverij Garant.
2: Crone, E., Dahl, R. Understanding adolescence as a period of social-affective engagement and goal flexibility. In: Nature. Vol. 13, September 2012.
3: Deci, E., Ryan, R., Koestner, R. A Meta-Analystic Review of Experiments Examining the Effects of Extrinsic Rewards on Intrinsic Motivation. In: Psychological Bulletin. Vol. 125, No. 6, 1999.
4: Deci, E., Ryan, R. Facilitating Optimal Motivation and Psychological Well-Being Across Life’s Domains. In: Canadian Psychology. Volume 49, No. 1, 2008.
5: Nelis, H., Sark, Y., van. (2014). Motivatie Binnenstebuiten. Het geheim achter gemotiveerde pubers, enthousiaste leerlingen en gedreven studenten. Utrecht: Kosmos Uitgevers. 

Contactinformatie

Tongersestraat 6
6211 LM Maastricht
Telefoon: +31 43 388 36 20 

Stuur ons een email

Nieuwsbrief

Wil je op de hoogte gehouden worden van onze ontwikkelingen? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief.

Inschrijven

Social

Volg ons op social media.